
Slenterend door de straten van Istanbul, weet ik het zeker: ik hou van deze stad. Toch ben ik hier pas voor de tweede keer. En de eerste keer was nog maar een maand geleden.
Al langer voelde ik me thuis in Turkije. Heb er meerdere keren gezeild, heb er zelfs even een vriendje gehad. Maar Istanbul heeft me ingepakt, binnenstebuiten gekeerd en door elkaar geschud. En dat alles op een liefdevolle manier.

Ik kan het nog niet doorgronden wat het is met deze stad. Zeker is dat ik me hier “thuis” voel. En dan maakt het niet uit of ik langs de zee wandel, door smalle straatjes zwerf of gewoon in mijn gasthuis in de tuin zit. Er is hier een energie die bij mij past. Als ik hier ben geniet ik, leef ik, ben ik simpelweg gelukkig en helemaal hoe ik moet zijn. In Nederland lukt me dat ook meestal, maar hier lijkt het intenser.
En dat genieten hier kan al simpelweg bestaan door andere geuren of geluiden. Ik ruik de verse simitbroodjes, de gepofte kastanjes, de zee, de zoete geur vanuit de vele patisserieën. Ik hoor de muezzin, de zeemeeuwen, de vriendelijk miauwende straatkatten, de bel van de tram, de scheepstoeters van de veerboten. En er is zoveel te zien: prachtige skylines vanaf de Bosporus, het vrije uitzicht naar de zee van Marmaris, de typische huizen en straatjes.
En de mensen hier zijn fijn. Natuurlijk is niet iedereen perfect, maar ik ontmoet hier eigenlijk alleen maar vriendelijkheid en grote bereidheid tot helpen. Dat maakt dat ik me hier veilig voel, ook ’s avonds op straat, en me prima kan redden alleen ook al spreek ik de taal nog niet.
Maar ik geniet vooral van het leven op straat. Elke dag zie ik ze in alle soorten en maten: de schoenpoetsers, de mosselverkopers, de jongens op hun brommertjes die de watertonnen komen omruilen. De man op z’n bakfiets die thee en water verkoopt in het park. De honderden kleine winkeltjes met de eigenaar vaak op de stoep voor z’n shop.

De mannen die met zorg de kastanjes poffen en ze met eindeloos geduld telkens om-en-om draaien. De mannen en vrouwen met een steekkar vol met oud papier, soms met de baby bovenop de stapel. De jongens die elkaar hier veel meer aanraken en zoenen. Vrouwen en kinderen (vaak de meisjes) die proberen pakjes zakdoeken en rozen te slijten.
Afgelopen week was een werkvakantie voor mij. Ik moest (van mezelf) studeren en wat zaken op een rijtje zetten. En dat is gelukt. In de ochtenden achter de boeken, in de tuin of binnen. De eerste beginselen van de turkse grammatica proberen onder de knie te krijgen. En m’n twintig jaar oude theoretische kennis van Reiki weer eens naar boven halen omdat ik in november de masteropleiding ga doen. Maar de middagen mocht ik (van mezelf) buiten spelen. Ik ben nooit ver weg geweest. Een wandeling van zo’n 2-3 uur met onderbrekingen voor een kopje thee op een terrasje, wat lezen op een bankje in de zon, of een kop koffie bij de Starbucks. En tegelijkertijd alles observeren en vast proberen te leggen om niet te vergeten. Voor mij geen Topkapi of Blauwe Moskee, maar het gewone alledaagse leven.
Een ander leven. En ik hou er ontzettend van….

Laat een antwoord achter aan puurleven Reactie annuleren