Half vijf, vroeg naar huis. Op de Paradijslaan, op weg naar de auto , word ik aangesproken door een kleine frêle oudere vrouw. Of ik een telefoon bij me heb. Ze is haar man kwijt en heeft niks bij zich. Haar man is bij de auto bij het station. Zegt ze. Ik pak m’n telefoon en vraag het nummer. Ze noemt een 040-nummer. Is uw man dan thuis, of heeft u een mobiel nummer van hem? Ze kijkt me wat ontredderd aan. Eh, nee. Is dat dan niet gewoon met 06 ervoor? Nee dus. Ik vraag waar ze heen moet, waar ze haar man voor het laatst gezien heeft. Ze weet het niet. Hij moet ergens bij het station zijn. Waar de auto staat. Ik probeer wat meer informatie te krijgen, maar uiteindelijk wijs ik haar de weg naar het station. Ze begrijpt dat het ver lopen is. Nu twijfelt ze: “zo ver heb ik toch niet gelopen?” Ze bedankt me en schuifelt richting station. Ik wil naar huis, want ben moe en m’n hoofd staat ergens anders naar.
Na twee tellen breekt m’n hart en loop ik haar achterna. Ik bel 0900-8844. Dat ik een oude verwarde mevrouw bij me heb. Of er iemand naar haar op zoek is? De meldkamer stuurt een politiewagen mijn kant uit. Ik vertel mevrouw S (inmiddels weet ik haar naam) dat er hulp onderweg is. Ze geneert zich duidelijk. Ze lijkt op m’n moeder. Ik realiseer me opeens dat dit mijn moeder mogelijk ook eens had kunnen overkomen. Ik wil haar bijna een kus op de wang geven om haar te laten weten dat alles goed komt.
Even later word ik gebeld door de politiewagen: “we zijn onderweg, maar het duurt nog even”. En even later weer: “we hebben haar man inmiddels ook gesproken en die is ook onderweg” Blijdschap bij ons allebei. “Je mag wel gaan” zegt ze, “ik beloof je dat ik hier zal blijven staan”. “Nee hoor”, zeg ik en we praten over haar vroegere werk, haar man en dat ze zich zo schaamt. Breekbaar is ze. Dan komt de politiewagen, mét haar man. Hij liep op de Kleine Berg. Waar de auto stond. Hij omhelst haar. Hij was haar al vanaf half drie kwijt…
Iedereen bedankt iedereen en ik vecht midden op straat over een tientje dat meneer mij wil geven. Ik vind het te gênant voor woorden, maar voel dat ik ga verliezen. Hij wil iets dóen, dat snap ik ook wel. Ik beloof er een mooie bos bloemen van te kopen.
Onderweg naar de auto barst ik in tranen uit. Oud worden, ontreddering, verval. Het zit me te dicht op m’n huid nu…
thema: meer dan 11 woorden
Geef een reactie